Modern Jiu-Jitsu
Jiu-jitsu is een eeuwenoude Japanse krijgskunst die door de samurai aangeleerd werd om zichzelf te kunnen verdedigen in geval ze hun wapens kwijt geraakt waren.
Men kan jiu-jitsu best vertalen als “zachte kunst”. Onder “zacht” moeten we hier verstaan dat men eerder gaat meegeven met een aanval dan er tegenin te gaan, we gaan dus geen kracht tegen kracht gebruiken maar de kracht van de aanvaller tegen zichzelf gebruiken.
In het jiu-jitsu gebruiken we veel verschillende soorten technieken, zoals daar zijn :
- Atemi : slaan en/of trappen naar weke delen van het lichaam of naar drukpunten. Drukpunten zijn gevoelige punten van het lichaam waar men bepaalde zenuwen gaat raken die op hun beurt pijnprikkels geven
- Balansverstoring : iemand die uit balans gebracht wordt, beschikt op dat moment niet meer over zijn volle kracht of mogelijkheden. We kunnen dit bereiken door duwen, trekken, vegen of te werpen
- Immobiliseren : dit kunnen we bereiken door het toepassen van klemmen op alle mogelijke ledematen of door het verwurgen van de tegenstander
Al deze toegepaste technieken zijn niet nieuw, maar stammen allemaal uit het oude traditionele jiu-jitsu en werden zowel gebruikt tegen ongewapende als gewapende tegenstanders. Wij gaan deze oude technieken nu toepassen op een moderne wijze. Net zoals alles evolueert door de eeuwen heen, is dit ook zo voor de krijgskunsten. Vroeger droeg men bijvoorbeeld een harnas of, zoals in het geval van de samurai, dikke leren beschermende protectoren. Heden ten dage hebben we dat niet meer en moeten we bepaalde technieken dus gaan aanpassen. Verder is de wereld tegenwoordig zeer klein, wat wil zeggen dat we overal ter wereld veel verschillende krijgskunsten of vechtsporten kunnen leren en dat er ook een mix is ontstaan (zie MMA). We moeten ons dus kunnen aanpassen aan verschillende aanvallende stijlen. Vandaar dat we onze stijl “Modern jiu-jitsu”genoemd hebben.